Voedselproductie

Er zijn drie vormen van landbouw: akkerbouw, veeteelt en tuinbouw.
De planten die worden verbouwd noemen we voedingsgewassen.
Dieren die in de veeteelt worden gehouden nomen we landbouwhuisdieren.
Bij voedingsgewassen kan dat door bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen.
Kunstmest bestaat uit mineralen (zouten)
Stalmest bestaat uit uitwerpselen en urine van landbouwhuisdieren, bacteriën en schimmels gebruiken de stalmest.
Stalmest in vloeibare vorm wordt drijfmest of gier genoemd, dat wordt direct in de grond gebracht en dat noemen we mestinjectie.
Als veel dieren de voedingsgewassen aantasten heet dit een plaag.
We noemen chemische bestrijdingsmiddelen ook wel biociden of pesticiden.
Bestrijdingsmiddelen zijn selectief.
Als dieren ongevoelig zijn voor bestrijdingsmiddelen zeggen ze dat ze resistent zijn.
Insectenplagen zijn soms te bestrijden met natuurlijke vijanden.
Krachtvoer bevat veel energierijke stoffen en de juiste mineralen, vaak worden geneesmiddelen en hormonen toegevoegd. Boeren willen varkens fokken die beide goede eigenschappen hebben, daarom kruisen de boeren beide dieren en selecteren ze dieren die deze eigenschappen hebben. Als een dier veel nakomelingen en vlees oplevert noemen we veredeling. Bij koeien wordt kunstmatige inseminatie toegepast.
Het veranderen van genen van een organisme wordt genetische modificatie genoemd. Een organisme met veranderde genen wordt een transgeen organisme of gm-organisme genoemd.  

Filmpje landbouw


Kunstmest                                                      Stalmest